Normen en richtlijnen
Het gemeenschappelijke doel van onze productmanagers en diensten is het
aanbieden van betrouwbare, duurzame en hoogwaardige producten die voldoen aan de voorschriften en/of normen van elke regio waar ze worden gebruikt.
Element waaraan een valbeveiligingssysteem kan worden vastgemaakt. (Norm die op dit moment wordt aangepast).
TYPE A - GEEN PBM: Verankeringssysteem met één of meerdere vaste ankerpunten waar een structurele verankering voor nodig is.
Type B: Verankeringssysteem met één of meerdere vaste ankerpunten waar geen structurele verankering voor nodig is.
Type C - GEEN PBM: Verankeringssysteem dat een flexibele ankerlijn gebruikt met een maximale afwijking van 15°.
Type D - GEEN PBM: Verankeringssysteem dat een starre ankerlijn gebruikt met een maximale afwijking van 15°.
Type E: Verankeringssysteem voor oppervlakken met een helling tot maximaal 5°.
Specificaties van algemene en minimale vereisten, testmethodes, selectiemethodes, gebruik en onderhoud van oog-en gezichtsbescherming.
Eisen, performanties en testmethodes voor gelaatsschermen met bestrekking tot bescherming tegen vlamboog.
Deze norm bepaalt de testmethodes die toelaten het niveau van geluidsdemping te bepalen van een gehoorbescherming (USA) (NRR Noise Reduction Rating) volgens de aanbevelingen van het EPA (US Environmental Protection Agency). De voorschriften voldoen ook aan 29CFR 1910.95, het gehoorbeschermingsprogramma.
Standaard testmethode voor het bepalen van de boogvlamindex en standaardspecificatie voor gezichtsbeschermingsproducten.
Type 1: De kracht van de impact mag niet meer zijn dan 4,450 N wanneer een gewicht van 3.6kg (8 lb) met een snelheid van 5.5m/s (meter per seconde) op de helm wordt toegepast.
Penetratie: Een penetratietest met een gewicht van 1 kg mag geen contact geven met het testhoofd bij een snelheid van 7.0 m/s.
Ontvlambaarheid: De helm mag niet langer dan 5s branden met uitstraling van vlammen na het terugtrekken van de vlam.
Elektrische weerstand: Een test met 20.000V geeft een klasse E of 10.000V voor een klasse G. Klasse C biedt geen bescherming tegen elektrische risico's.
Type 2: Aanvullend op de vereisten van type 1, moet type 2 aan de volgende eisen voldoen.
Energie absorptie: de versnelling mag niet meer zijn dan 150g in het geval van een val van een voorwerp op de helm of zijdelings bij gebruik van een testhoofd van 5kg aan 3.5 m/s.
Laterale bescherming: zowel vooraan, achteraan als zijdelings mag er geen contact zijn met het testhoofd bij een penetratietest met 1kg aan een snelheid van 5m/s.
ANSI/ISEA Z89.1 4 Optionele testen: lage temperatuur (LT), hoge temperatuur (HT), test voor omgekeerd dragen en high visibility test.
Eisen met betrekking tot chemisch beschermende kleding waarvan de verbindingselementen tussen de verschillende onderdelen van het kledingstuk vloeistofdicht (type 3) of neveldicht (type 4), zijn, alsook voor kledingstukken die slechts bepaalde delen van het lichaam beschermen (Types PB [3] en PB [4]).
Deze norm definieert de minimale eisen die gelden voor de volgende chemisch beschermende kledingstukken met beperkt gebruik of opnieuw te gebruiken:
- Kledingstukken die het volledige lichaam beschermen voorzien van vloeistofdichte verbindingen tussen de verschillende kledingonderdelen (Type 3: vloeistofdichte kledingstukken) ;
- Kledingstukken die het volledige lichaam beschermen voorzien van neveldichte verbindingen tussen de verschillende kledingonderdelen (Type 4: neveldichte kledingstukken) ;
N.B.: Vroeger droegen deze normen respectievelijk de namen EN1512 (Type 4) en EN1511 (Type 3).
NORMEN | TYPE | CHEMISCHE BESCHERMING |
EN13034 | 6 | Tegen spatten |
EN ISO 13982-1 | 5 | Tegen stofdeeltjes (asbest) |
EN14605 | 4 | Tegen nevels |
EN14605 | 3 | Tegen stralen |
TESTS | |||||
Algemene prestatie | Tests & specifieke prestaties |
Type beschermende kleding |
|||
3a | 4a | 5 | 6a | ||
Prestatie-eisen voor de volledige kleding |
Binnendruk | - | - | - | - |
Lek naar binnen | - | - | X | - | |
Doordringen van een vloeistofstraal | X | - | - | - | |
Doordringen van een nevel (verstuivingen van vloeistoffen) | - | X | - | - | |
Tegen vaste deeltjes | - | - | X | - | |
Doordringen van een nevel (lichte verstuivingen) | - | - | - | X | |
Performantie eisen voor stikkingen en verbindingen |
Mechanische weerstand | X | X | X | X |
Weerstand tegen het doordringen en binnendringen van vloeistoffen. | X | X | - | - | |
Prestatie-eisen voor de materialen waaruit de kleding bestaat |
Schuren / Scheuren / Perforeren | X | X | X | X |
Trekbestendigheid | X | X | - | X | |
Bestendigheid tegen barsten door buiging | X | X | X | - | |
Bestendigheid tegen barsten door buiging bij -30ºC | X optioneel |
X optioneel |
- | - | |
Bestendigheid tegen doordringen | X | X | - | - | |
Bestendigheid tegen doordringen | - | - | - | X | |
Waterafstotend | - | - | - | X |
a - Wanneer de beschermende uitrusting slechts bepaalde delen van het lichaam bedekt (torso, armen, benen), dan zijn de performantie-eisen van het materiaal enkel daar van toepassing (type 6.4 en 3).
BESCHERMENDE KLEDING VOOR HITTE EN VLAMMEN
Deze norm definieert de prestatie-eisen van de materialen en kleding die tegen hitte en vlammen beschermen. Ze zijn van toepassing op de kledingstukken die van soepele materialen zijn gemaakt en die ontworpen zijn om het menselijk lichaam, met uitzondering van de handen, te beschermen tegen hitte en/of vlammen.
Zijn getest :
PROEF | Code | PERFORMANTIES |
Beperkte vlamverspreiding | A | A1 en/of A2 |
Convectiewarmte | B | B1 tot B3 |
Stralingswarmte | C | C1 tot C4 |
Spatten van gesmolten aluminium | D | D1 tot D3 |
Spatten van gesmolten smeedijzer | E | E1 tot E3 |
Contactwarmte | F | F1 tot F3 |
MAIVE2 | |
|
EN ISO 11612 |
A1 A2 B1 C1 E3 F1 |